Morgenvroeg gaan we met de speedboot naar een ander duik-, snorkel- en visparadijs. Het heet Koh Bulone voor de kenners. We zullen dit lekkere luxe huis hier nog wel gaan missen denk ik. Gisteren heb ik weer twee duiken gemaakt waarvan nummer 2 echt spectaculair was. Eerst weer een uurtje met de boot erop uit en onderweg wat gekletst met Duitsers, Zweden en Kiwi’s (zoals ze zelf zeggen). Bij beide duiken matig zicht. Tijdens de eerste duik onder andere een schorpioenvis gezien (kind, wat ben jij lelijk!). Ook veel helderblauwe bolvormige planten met aan de uiteinden van de sprieten wit met zwarte puntjes, alsof honderen ogen je tegelijk aan zitten te kijken. Dan de tweede duik: er was zo veel stroming dat je met je vinnen alleen wat bij kon sturen, meer niet. We moesten allemaal strak achter de instructeur blijven. Het leek alsof ik in een zware sneeuwstorm aan het vliegen was. Af en toe moest je echt oppassen dat je niet tegen een rotswand werd gesmeten. Waarschijnlijk heb ik als een gek zitten ademen, want mijn fles was als eerste bijna leeg. Dat leverde nog een fijn misverstand op met de instructeur. We zaten niet helemaal op een lijn. Hij wilde dat ik met zijn extra regulator ging ademen en dat we dan nog even door konden duiken. Ik beschouw dat ding als iets voor noodsituaties en dacht: ‘ik ga gewoon naar boven, het is wel mooi geweest.’ Onze instructeursvriend Bob bleek toen iets minder ontspannen dan zijn outfit en tattoeages deden vermoeden. Maar hoe dan ook, ik vond duiken met zo’n pittige stroming wel gaaf om een keer gedaan te hebben.
We hebben op dit eiland fantastisch gegeten, bijna iedere avond verse vis op de barbecue. Je loopt naar een grote schaal met prachtige vissen en wijst aan welke je wilt eten. Voordat ze hem op de barbecue doen smeren ze er nog een sausje overheen, verrukkelijk. Vanavond heb ik geprobeerd te achterhalen wat dat is, maar ze willen me het recept niet prijsgeven of ze snappen niet wat ik vraag. Ik denk dat het een mix van limoenen, limoengras, peper, zout en knoflook is en misschien zit er ook nog wat kokos doorheen. Gaan we thuis zeker proberen. Over thuis gesproken: van onze buren links (Sigrid en Jeroen) vernomen dat het huis rechts van ons verkocht is. Ze gaan proberen te achterhalen wie onze nieuwe buren worden. Ik ben stiknieuwsgierig. Aangezien Sigrid en Jeroen per 1 april verhuizen (erg jammer), betekent het dat we aan beide kanten nieuwe buren krijgen. Links komt een Belgische jongeman te wonen en op rechts hoop ik op een ouder echtpaar dat dolgraag op Jan en Marie past.

Als we weer thuis zijn gaan we de hondeneigenaar Jan uit ons appartementengebouw vragen of hij Marie wil introduceren in de hondenwereld. De schat is momenteel niet zo goed met honden, terwijl er op de meeste eilanden flink wat rondlopen, los. Marie begint vaak keihard te gillen als er eentje aan komt lopen (formaat en uiterlijk maken niet uit), Jantje valt wat later in en Bob en ik proberen of de hond weg te jagen of Marie ervan te overtuigen dat het een lief onschuldig beest is. Dat moet beter kunnen.
Tussendoor nog even een ander gerecht dat ik niet wil vergeten voor Marie: dunne pannekoeken opgerold met fruit er in en er bovenop volle yoghurt met fruit en honing.
C: 12 maart laatste avond Koh Bulone




B. Zelfde avond.
Eventjes over mijn vis. Ben gaan vissen met een longtail boot en 2 vissers Mai en Chai. Tatoos, slecht Engels en Chao Lee vissen. Dat betekent aasvisjes vangen, haak door de rug en langzaam trollen. Precies hetzelfde als snoeken in Nederland. Volgens hen is dat veel effectiever dan kunstaas. Na 4 uur van plek naar plek gevaren te hebben nog niets. Wel een Marlin zien plonsen op zo’n 200 meter voor de boot (deze kunnen wel 400 kilo worden) en later nog een kleinere Marlin op zo’n 50 meter voor de boot een paar keer uit het water zien springen. Mai en Chai werden helemaal zenuwachtig, trokken mijn hengel uit mijn handen, deden er de grootste aasvis op en gingen als gekken rondjes varen. Dit werd niets en ik kreeg aardig het idee dat ik toch met een paar niet zulke goede vissers mee ben gegaan. Na nog een uurtje niets gevangen te hebben, zag ik in een mand een oude verroeste rappala liggen. Strategie veranderd. Aasvisje eraf, kunstaas erop en hard varen. Het is trouwens behoorlijk zwaar om de hengel vast te houden, omdat de rappala naar een meter of 5 diepte gaat en veel weerstand veroorzaakt. Enfin na 5 minuten een ruk aan de hengel, ik denk 75 meter lijn door de slip (ik trolde al zo’n 75 meter achter de boot, 15 minuten drillen en Chai sloeg met een vreselijk haak een enorm gat in de rug van een joekel van een king macrel en trok hem zo in de boot. 11 kilo hebben we later gewogen in het dorp. Dit is heel groot. Meestal worden ze niet groter gevangen dan 8 kilo en een hele grote kan misschien 15 kilo worden. Wat een prachtige vis. Het was nog even een gevecht met Mai, want die wilde na de aanbeet meteen de hengel uit mijn handen trekken. Afblijven en wegwezen heeft ie denk ik wel begrepen. Meteen nadat ik de rappala opnieuw in het water gooide, was het weer raak. Een king macrel van ongeveer 3 kilo. Mooie foto van de grote en ik had een topdag. Op de terugweg zagen we nog een rare vis springen. Dit bleek een vliegende stingray te zijn. Nooit van gehoord.
Ondertussen zitten we op Koh Bulon-Leh. Een mooi en lief eilandje maar behoorlijk saai. Bulone resort is ons door iedereen aangeraden. Good for families (alsof je geen lol mag hebben als family). Een mooie tuin met roze bloemen en hele lieve mensen die je helpen.
Heb gevist vanuit de kano en mijn hengel gebroken. Ik zat vast aan een steen, liep te klootzakken, trok te hard en knap.
Jan heeft gisteren midden in een restaurant gepoept. Hij had diaree en het was behoorlijk vies. Het was zo’n restaurant waar mensen met kleedjes op de grond zitten en hij poepte in zijn onderbroek ongeveer 1 meter van het kleedje van andere gasten. Het kwam er aan alle kanten uit. Vanavond heeft ie eerst in de kinderstoel geplast en vervolgens een hoop gelegd een stukje verderop in het restaurant. Hier was een betonnen vloer en was het minder erg. Ik ben benieuwd wat er nog gaat komen. Eergisteren hoorde we ineens een paar flinken kletsen. Jan stond te vechten met een Amerikaans jongetje om een stukje speelgoed en had als eerste uitgehaald. Die 2 mannetjes stonden elkaar vol in het gezicht te slaan. Wel even schrikken dat het zo’n driftig mannetje is en dat ze elkaar zo hard slaan. Even gekeken hoe het met het andere jongetje was, excuses aangeboden, praatje met de vader en stiekem toch een beetje trots dat ie lekker van zich afbijt. Ze hebben toch op Bush gestemt die Amerikanen.
Er moet weer wat actie komen. Duiken, vissen, zwemmen, beetje fitness.
Thaien zijn erg OK. Zeker niet onderdanig zoals in de hotels en resorts in grote steden en de overontwikkelde toeristenplekken. Ze lachen veel, gaan lekker liggen als ze niet werken, maken tijdens het vissen veel flauwe grappen (dit is dus cultuuronafhankelijk), zijn homovriendelijker dan in Nederland (veel homo’s hier) en drinken ook gewoon een gezellig biertje (ook de moslims). Alles gaat heel makkelijk. Je kan alles regelen, eten en drinken wanneer je maar wilt. Betalen doe je ook maar waneer het uitkomt en je moet je vooral niet druk maken. Het lijkt of die Thaien het best goed hebben hier, maar er is heel veel werkeloosheid en armoede.
Tot nu toe hebben we in ieder resort een Gerhard gezien. Ongeveer 50 jaar, luie enigszins arrogante uitstraling en een boek. Ik ben benieuwd of ze een soort vereniging hebben en of ze elkaar eens in de zoveel tijd ontmoeten.
C: donderdag 15 maart vanuit Koh Mook/ Muk
Nee, dat was geen goede beslissing om van Koh Bulone naar Koh Sukorn te gaan. Wat een baggerplek was dat. Volgens de gids was het een uiterst prettig klein resort, gerund door een Nederlander met z’n Thaise vrouw. Niets van waar, er was niets prettigs aan en die Nederlander was een enorme eikel. We kwamen aan op een strand met zwart zand. Het resort zag er erg georganiseerd uit door de te nette tuin en er zaten eigenlijk alleen maar bejaarden boeken te lezen aan tafels met kleedjes. We kregen een welkomsdrankje aangeboden, maar er werd duidelijk bepaald dat we dat snel op moesten drinken en dat onze gegevens ook als de wiedeweerga ingevuld dienden te worden op het toegeschoven formulier. Vervolgens werd het huisje laten zien en een standaardriedel afgestoken hoe het allemaal werkte. Toen ’s avonds de ongeinspireerde en sjachrijnige ober na 1 rustig rondje van Jan en Marie door het restaurant (niks chiques overigens) kwam meedelen dat kinderen er niet mogen lopen, laat staan spelen, toen dachten we meteen: wegwezen hier. Dat vonden ze maar vreemd, ook nadat ik de reden had uitgelegd. We hebben ’s avonds wel een grappige ontmoeting gehad met 2 behoorlijk maffe gepensioneerde Nederlanders die een fietstocht van 1,5 jaar aan het maken zijn. Huis verkocht en fietsen maar. Ze hebben er nu 18.000 kilometer opzitten. Die man leek trouwens als twee druppels water op opa Leo, ook in manier van doen, humor etc. Ik voelde me erg opgelucht toen we de volgende ochtend vroeg weer in de longtailboot stapten voor een tocht van 2,5 uur naar Koh Mook. De verhalen over dat eiland waren zo verdeeld dat we er nieuwsgierig naar waren geworden en het is het eiland van de grot, daarover later meer. Nu zitten we dus in Koh Mook en het bevalt goed: mooi eiland, charmant huisje, goede sfeer, ernaast een slecht resort met wel een waanzinnig lekker zwembad (met onderwaterbarkrukken!!) dat we mogen gebruiken, en die grot dus. Daar zijn we vanmorgen met de boot naar toe gebracht. Vervolgens zijn Bob en ik om de beurt met een gids meegegaan. De grot is zo’n zeventig meter lang en redelijk smal en heeft een paar bochten. Daardoor is het er op sommige plekken pikdonker. De gids leidt je al zwemmend de weg doordat je allebei een zwemvest vasthoudt. Na die zeventig meter kom je uit op een smalle open plek met een prachtig klein strandje, waar verder niks of niemand is. Er wordt gedacht dat piraten er vroeger tijdelijk hun buit opsloegen. Het open strandje is nog niet zo lang geleden ontdekt tijdens een helicoptervlucht. Ik ben blij dat we het hebben gezien, het was een bijzondere tocht en het voelt alsof je een net ontdekt paradijsje hebt gevonden. Wel grappig om te weten dat groepen Thai deze tocht maken door met zwemvesten aan met z’n allen een touw vast te houden en dan heel hard roepen ‘I will succeed!’. Ja, zo kan het natuurlijk ook.
Marie en Jan zijn ondertussen echte waterratten geworden. Vandaag hebben we de hele dag lopen rotzooien in het zwembad.





Vanmiddag ben ik in het dorp geweest. Dat was best ver lopen en ik denk dat het zeker 35 graden was. Ik kwam een bord tegen waarop stond dat het water hier door de tsunamie 2,5 hoog het dorp was binnengekomen. Er worden veel nieuwe huizen gebouwd op het moment. Het is een mooi eiland. Ze moeten hier wel iets bedenken voor het afval. Je ziet veel grote bergen afval liggen in de bossen en soms ruik je het ook sterk. Dat is geen pretje. Op de terugweg kon ik met iemand van het personeel van ons resort meerijden op z’n brommer. Morgen ga ik weer 2 duiken maken. Bob overmorgen. We blijven hier nog minimaal vier nachten.
B. 17 maart vanuit Koh Mook/ Muk
Ik heb vandaag gedoken. Ik had er niet zo heel veel vertrouwen in dat het geweldig zou worden. Die zee hier is niet zo heel helder als dat ze in de boeken doen geloven. Er is een meter of 10 tot 15 zicht in plaats van 30 meter. Hier denkt met dat het komt ondat de temperatuur van het water iets is gestegen en het zuurstofgehalte wat minder is geworden. Maar we zijn met z’n drieen (Eva de gids, Matt en ik) gaan duiken bij Ko Wan. Het was fantastisch. De eerste duik 15 meter zicht, een tocht onder water langs poorten van zachtkoraal, waanzinnige scholen met oranje visjes, een slapende leopard shark van 2 meter, een grouper van een meter met een bek als een bankschroef, een school van enkele honderden yellow fin barracuda’s van allemaal ongeveer 80 cm, een nog grotere school baby barracuda’s van 20 cm per stuk van het soort dat 2 meter kan worden, meerdere lion fishes etc. De tweede duik hebben we minder vis gezien, maar de duik was heel spannend. Aan de andere kant van het eiland is jaren geleden een soort aardverschuiving geweest waardoor er onder water een doolhof van grotten, tunnels en canyons is ontstaan. We zwommen door tunnels van ongeveer 10 meter waar we net doorheen pasten en aan het eind was het net of je weer in een nieuwe helverlichte ka
Morgen nog een dagje relaxen bij het zwembad, daarna richting Ranong en het eiland Koh Phayam. Dit wordt wellicht ons laatste eiland voor we naar Bangkok gaan. Nu gaan we eerst uitzoeken hoer we daar eigenlijk moeten komen.

2 opmerkingen:
Weer een pracht verhaal! En we hebben een gemeenschappelijk probleempje. Onze bovenbuurjongen heeft namelijk ook iets tegen honden. Gisteren is hij op Syrah gestrand in het trappenhuis (ze rende voor mij uit). Hij is vervolgens erg tegen mij uitgevallen. Ik begreep geen zak van wat hij schreeuwde, alleen kwam 'barking' nogal vaak voor. Een half uur later kreeg ik een telefoontje van de huisbaas, die vertelde dat de bovenbuurman een klacht over ons had.
Ik zei dat ik begreep dat hij het blaffen van het hondje zat was. En vervolgde ging ik verder met dat ik met het hondje aan de slag ben om dat af te leren, maar dat de bovenbuurjongen even geduld moet hebben, omdat Syrah nog maar een puppy is. Gelukkig leren Cocker Spaniels relatief snel, sloot ik af.
Daarop begon de huiseigenaar heel hard te lachen...
Die lul van boven had gezegd dat hij was aangevallen door onze bedreigende hond. Hahahahahaaha.
Mochten jullie je buurman zover krijgen dat hij Marie aan een 'ik-ben-niet-meer-bang-voor-een-hond'-cursus geeft, is het misschien een idee dat mijn bovenbuurjongen aanschuift.
- Ik wilde dit verhaal nog visualiseren met een foto van het kwaadaardig beest, maar ik ben er nog niet achter hoe ik er een plaatje invoeg -
Een reactie posten